Een paar keer heb ik vertwijfeld staan kijken naar de tondeuse. Schijnbaar moest ik daar immers iets mee van de maatschappij. Als ik mensen vertel dat ik lesbisch ben, is de eerste reactie vaak: ongeloof. Met mijn lange blonde haren, rokken en hakken, kan het schijnbaar niet zo zijn dat ik echt lesbisch ben: ik heb naar verluidt een “hetero hoofd”. Er werd zelfs hardop gezegd dat ik vast “gewoon de mannen beu ben” of biseksueel, want voor een lesbienne ben ik veel te vrouwelijk. Schijnbaar hoor ik voor de buitenwereld pas echt “bij de lesbiennes”, als ik mijn rok verruil voor een baggy broek, mijn hakken verruil voor Timberlands, met een zwaardere stem zou spreken en mijn haren minstens aan één kant weg laat scheren.
Ik heb het even overwogen hoor: hup, mijn hakken aan de wilgen hangen. Een paar keer heb ik vertwijfeld staan kijken naar de tondeuse. Schijnbaar moest ik daar immers iets mee van de maatschappij, omdat ik er niet lesbisch genoeg uit zie. Whatever that may be.
“Ik heb het even overwogen hoor: hup, mijn hakken aan de wilgen hangen. Een paar keer heb ik vertwijfeld staan kijken naar de tondeuse.”
“Nederland is nog lang niet zo tolerant en open minded als we zeggen – of hopen – te zijn.”
Want nee, zolang homo’s en lesbiennes die hand in hand lopen nog nageroepen of in elkaar geslagen worden en zolang men nog voor jou denkt te kunnen bepalen wat jouw geaardheid is aan de hand van stereotypes, zijn we in dit land nog niet tolerant genoeg.
Dit artikel verscheen eerder op chrisje.info