Is het niet tijd voor een nieuw activisme? Er is veel geweld, veel discriminatie, hand in hand is niet meer zo makkelijk. Voorlichting op scholen in de Randstad is vaak niet eens mogelijk. Het historische rijtje is: legalisering – gelijke rechten – emancipatie – homohuwelijk – acceptatie? Maar we worden hooguit getolereerd. In Nederland, laat staan in veel buitenlanden. Activisme is tegenwoordig vaak een petitie online. Is het tijd voor nieuw protest?
Gert Hekma stelt/stelde al (in zijn Grote Overzichtsboek): “Als een derde fase [van homo-emancipatie, CC] wordt gezien het realiseren van sociale acceptatie van homoseksualiteit. Nadat in landen als Nederland en België de juridische gelijkstelling van homoseksuelen grotendeels voltooid is, is een volgende stap het voorkomen van discriminatie van homo’s, lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders in het sociale leven.” Daarop zeg ik: we hebben geen geheugen en geen ballen. De voorgangers op wier schouders wij staan zouden niet trots op ons zijn. De protestgeneratie heeft haar werk voor niets gedaan. We lullen maar poetsen niet. We laten alles gebeuren en kijken ernaar, en zijn dus mede-schuldig.
Ik zal u eerlijk zeggen: deze gedachten spelen daadwerkelijk vaak door mijn hoofd. Dat lijkt masochistisch, maar het is gewoon mijn geweten. Ik ben zelf helemaal niet zo’n dappere strijder en daar heb ik het moeilijk mee. Ik heb daar ook geen goede excuses voor. Het calvinistische in mij vaagt mijn slap verweer van tafel en kijkt me donker aan. U denkt nu als lezer dat dit opbouwt naar een grappige anekdote? Helaas.
In 2006 sprak toenmalig voorzitter van het COC Nederland al de volgende woorden: “het echte werk begint nu pas”, waarmee hij bedoelde dat een mentaliteit veranderen veel moeilijker is dan het wijzigen van wetten. “Nog steeds is homoseksualiteit niet door iedereen geaccepteerd”, voegde hij daaraan toe. Nou, noem me een zwartkijker (en dat gebeurt, zie mijn eerste opiniebijdrage), maar volgens mij zijn we elf jaar verder eerder verder van huis dan dichterbij. Natuurlijk is het prachtig dat wellicht over de hele linie de tolerantie is toegenomen (let wel: tolerantie, niet de acceptatie), maar wat kopen de personen daarvoor die slachtoffer worden van de intolerantie die zich bij de ‘haters’ dieper heeft verankerd? In den brede iets gewonnen, in de diepte iets verloren? Mooie vooruitgang.
We hebben geen ballen, want we verdedigen ons niet massaal/komen niet massaal voor elkaar op. En we hebben geen geheugen, omdat we ons niet actief de vreselijke uitingen van discriminatie uit het verleden voor het geestesoog wensen te halen en omdat we niet actief voortborduren op het werk van onze voor-voorvechters (dat is geen typefout). Natuurlijk is het geweldig dat er LHBT-groepen zijn zoals clubs binnen multinationals (die ook meevaren met de Pride, toe maar…), dat er speciale studentenverenigingen zijn (wel nodig ook, want de discriminatie/intolerantie vanuit hetero-jongens aan de universiteit blijkt uit onderzoek torenhoog), Gay-Straight Alliances op scholen (‘uit de kast komen’ bestaat nog steeds hoor) en Roze in Blauw (voor als je iets vermoedt of nadat je in elkaar bent gemept), maar de dingen benoemen die ik tussen haakjes heb gezet is ‘not done’. Laat staan dat je dingen echt bij zijn naam noemt, namelijk dat binnen en vanuit bepaalde etnische groepen/nationaliteiten er gewoon statistisch overduidelijk veel meer problemen en geweld voorkomen. Nee, ik ben geen Wilders- of Baudet-aanhanger, ik ben zelfs links. Constructief links.
Klein geschiedenislesje. Niet alleen om even lekker nostalgisch te doen, maar ook om te laten zien dat er echt activisme bestond in de tweede helft van de vorige eeuw, en óók om te laten zien dat de onderlinge issues tussen de verschillende alfabetletters die zich schuil houden onder de regenboogparaplu de goede zaak nu niet bepaald helpen. Eigen activisme kan de boel ook juist uit elkaar spelen. Na de algemeen-maatschappelijke rellen van eind jaren zestig zette de emancipatiestrijd van met name homoseksuelen – de andere groepen waren überhaupt nog niet zichtbaar of verenigd, zo was dat nu eenmaal – zich nadrukkelijker op de radicale kaart. Er ontstonden organisaties die de nadruk legden op het ontwikkelen van een eigen “potten- en flikkeridentiteit”. Dit waren onder meer de radicaal-lesbische (ja, die toch al wel) en flikkergroepen, zoals de het Flikkerfront in Amsterdam, de Rooie Flikkers in Nijmegen en Amsterdam, de Lesbische Beweging en de Roze Driehoek in Eindhoven. en. In totaal waren er begin jaren tachtig circa 30 van zulke homo- en lesbische groepen actief (aldus Wikipedia). Over Eindhoven wil ik het in het bijzonder even hebben.
In Eindhoven waren er in vanaf eind jaren zeventig meerdere partijen actief/in oprichting. Onze eigen Gaykrant, het regionale COC en met name ook de Roze Driehoek. Met een langere geschiedenis dan we wellicht denken, want al sinds 1948 (twee jaar na de oprichting van de eerste homo-emancipatiebeweging in Nederland), en wat zeker bijzonder is, is dat deze groep op een aantal momenten in de tijd zelfs smaakmakend is geweest. Iconisch is het bekladden van het Bisschoppelijk Paleis in Roermond. Maar zo waren er ook de door mij elders al eerder genoemde (nu onschuldiger klinkende) openbare zoenacties. Ik laat u graag even een filmpje zien van het Van Abbemuseum, waarin Ad van Oostrum aan het woord komt – interessant, omdat hij spreekt over de mate van activisme en hoe hij daar al dan niet in mee kon:
En daarop volgend wil ik u graag kennis laten maken met de studie ‘Tussen Repressie en Provocatie, geschiedenis van de homo- en lesbische emancipatie in Eindhoven, 1948-1990’ door Luc Brants, het resultaat van het historisch onderzoek dat Brants in opdracht van COC Eindhoven en regio heeft verricht. Het bijbehorende filmpje, met daarin de grote voorvechter van de Roze Driehoek Joop Keesman en ook weer Ad van Oostrum:
Het boek behandelt “de geschiedenis van de homo- en lesbische emancipatie in de stad Eindhoven tussen de late jaren veertig, toen een poging om er een afdeling van het COC in het zuiden van het land te beginnen door de politie werd verhinderd, tot de vroege jaren negentig, toen de gemeente Eindhoven een integraal emancipatiebeleid voor homoseksuele mannen en lesbische vrouwen vaststelde”.
De Roze Driehoek hanteerde een provocerende manier “om zowel de inwoners als de bestuurders van de stad Eindhoven uit te dagen om homoseksualiteit onder ogen te zien en er mee om te gaan”. De Gaykrant had in het derde nummer van het eerste jaar (1980) zowel een compliment voor de actie tijdens carnaval (Na de carnaval weer normaal? Wij, de flikkers van de Roze Driehoek niet!) als een kleine morele berisping (het bekladden van de MTS, waarvan de directeur de voorlichters te potsierlijk nichterig had gevonden, was wat overdreven en agressief geweest).
Er was dus een gezamenlijke strijd en ook verdeeldheid over hoe het aan te pakken.Toch proef ik een vorm van (ludiek en vinniger) activisme die ik vandaag de dag niet meer zie. Nogmaals: ook ikzelf ben niet echt een grote roerganger, ik zit hier en schrijf dit op. Maar ik raakte geïnspireerd door onder andere de tweede longread op ons platform van de hand van Peter Koop, over de vraag of de homohoreca ten dode is opgeschreven of juist een opleving kent. Is dat nu een uiting van voortgezette emancipatie, simpelweg slimme commercialisatie, een nieuw bewustzijn van bepaalde generaties of is het een uiting van ongemak of zelfs angst? Mij trof in het bijzonder zijn alinea: “De gedachte dat homojongeren vaker gemengd uitgaan wordt bijna steevast gecombineerd met de stelling dat aparte homobars uit de tijd zijn. Naast een constatering lijkt dat ook een wens uit te drukken, namelijk een samenleving waarin homoseksualiteit algemeen geaccepteerd is en LHBT’ers overal even welkom zijn. Lange tijd ging het wat dat betreft de goede kant uit, maar al sinds het begin van het huidige millennium lijkt de homo-emancipatie niet echt meer vooruit te komen.”
Dit is selectief winkelen, dat weet ik. Maar dan nu mijn vraag aan u allen, waarmee ik mijn stuk ook mee begon: Gaat het goed, beter of slecht? Is het niet tijd voor een nieuw activisme? Is het tijd voor nieuw protest? Please talk to us! In de reacties of op social media in de reacties. Ik zie u graag daar en kom er uiteraard op terug!
Christian Curré
Een nieuw activisme? Het ligt er denk ik aan in welke vorm en op welke schaal. Op zich zijn er nog steeds wel aardig succesvolle acties en protesten, denk bijvoorbeeld aan die tegen Poetin, na Orlando en onder de noemer :”hand in hand”. Maar die zijn inderdaad telkens naar aanleiding van een incident dat de media haalt. Dat is wel hoe het tegenwoordig werkt: het komt snel op en gaat dan ook snel weer onder.
Dus een breder en duurzamer activisme? De vraag is of voldoende mensen daar de noodzaak voor voelen. Ik denk dat de wellicht grote meerderheid van de homo’s c.q. LHBT’ers tegenwoordig best een goed leven kunnen leiden zonder de vele hindernissen die er in vroegere decennia waren. Uiteraard hebben specifieke groepen het vaak nog wel meer dan gemiddeld moeilijker, denk aan jongeren, transgenders of ouderen.
Een belangrijke drempel voor een breed gedragen activisme is volgens mij de wens van veel homo’s om “normaal” te zijn. Voor hen hoeft het allemaal niet zo extravagant, ze willen gewoon net zo leven als de heteromeerderheid, met als enige verschil dat ze een partner van gelijk geslacht hebben.
Dat is uiteraard ieders goed recht, alleen wordt vanuit die insteek activisme (dat uit de aard der zaak provocatief is) vaak veroordeeld: stel je voor dat hetero’s een slechte indruk van homo’s zouden krijgen – heel wat homo’s vinden de Amsterdamse Gay Pride dan ook maar niks, terwijl die inmiddels braver dan menig hetero-evenement is geworden.
Maar ook vroeger was het homo-activisme iets van een kleine groep gedreven mensen. Die zijn er ook nu nog wel, alleen is veel daarvan online gegaan, en is er in de fysieke wereld steeds minder zichtbaar. Ik denk dus dat de uitdaging wellicht meer ligt in: hoe maken we onze positie niet alleen op internet, maar ook “irl” weer duidelijk zichtbaar?
Dit is een mooi artikel een geeft een mooi beeld van de recente geschiedenis. Toch denk ik dat er genoeg eigentijdse groepen zijn die op een eigentijdse manier zich inzetten voor (het belang van) LGBTI.
GSA’s groeien in aantal en ik kan dit allemaal openlijk bespreken in mijn lessen (docent MBO op een zeer diverse school), Roze50+ zet zich met veel activiteiten en Roze Lopers uitmuntend in voor ouderen, Jong en Out, LGBT Asylum Support, Pride Amsterdam (en vele andere prides) die heel veel meer inhouden dan de botenparade of optochten, COC met voorlichting op scholen en een vinger aan de pols van de overheid houdt. De Jos Brinkprijs en nog veel meer organisaties en initiatieven.
Het accent is inderdaad meer komen te liggen op wij (LGBTI en straight) tegenover zij (de onverdraagzame) wat een goede stap is in de verdere emancipatie. Vergelijkbaar met de vrouwenemancipatie en beweging.
En er worden nog steeds stappen gemaakt, adoptiemogelijkheden verruimd, de weigerambtenaar “afgeschaft” en openlijke LGBTI leden in het parlement en met meer dan ooit in de regering.
We zijn er nog niet en zullen er ook nooit helemaal zijn. Er zijn altijd mensen die de behoefte hebben bepaalde groepen te discrimineren al dan niet op theologische grondslag (DENK heeft de homo’s de wacht nog niet aangezegd, de SGP wil homo’s het burgerlijk huwelijk weer ontzeggen ondanks hun slechts 3 zetels).
Echter de brede verdraagzaamheid, excessen daargelaten is nu onze sterkste kracht. Hand in hand, van elke kant!