Koen Crucke (65) is ongetwijfeld de bekendste kapper van Vlaanderen en Nederland. Op de Vlaamse televisie speelt hij in zijn roze kappersjas sinds de jaren negentig de niet te missen figuur Alberto Vermicelli. Maar naast kapper is hij niet alleen acteur maar ook operazanger. Hij tekende zijn herinneringen aan het kappersvak op in zijn boek “Verhalen uit het kapsalon”. Aan De Gaykrant vertrouwt hij zijn geheimen toe. “Bij de padvinderij werd ik zingende knorhaan genoemd.”
Tekst: Paul Hofman
Wat inspireerde jou tot het schrijven van dit boek?
“Het schrijven is eerder toevallig gebeurd. Zoals ik wel vaker doe ging ik dineren met een bevriend kapper. Tijdens die avond werden er heel wat verhalen uitgewisseld. Dingen die je hoort in een kapsalon en die je beleeft met je klanten. Iemand die met ons aan tafel zat zei spontaan “Eigenlijk zou je er een boek moeten over schrijven”. Dat heeft mij aan het denken gezet. Ik nam contact met uitgeverij Manteau en daar waren zij meteen enthousiast. Ik ben dan meer dan normaal uit lunchen en dineren gegaan met alle bevriende kappers en kapsters die ik ken. Ik heb hen over het boek verteld en er waren er heel wat die meteen begonnen te vertellen. Wij hebben 200 verhalen verzameld en uitgeschreven en er uiteindelijk 50 van weerhouden. Die kan je dus lezen in het boek.”
Wat is jouw mooiste ervaring in het vak als acteur en zanger?
“De mooiste ervaring is die van de laatste voorstelling, het laatste concert of televisieopname. Ik ben iemand die heel erg in het heden en de toekomst denk en dat maakt dat elke prestatie voor mij een bouwsteen is voor de toekomst. Ik ben ondertussen 52 jaar bezig met dit vak en dat maakt dat je de goeie souvenirs opstapelt en de minder goeie vergeet. Dat maakt het leven veel comfortabeler. Ik geniet van elke opdracht die ik krijg en zet er met de jaren steeds steviger mijn tanden in. Het is zo leuk om geconfronteerd te worden met de huidige generatie theater- en muziekmakers en het gevoel te krijgen dat zij je nog steeds mee betrekken in wat zij doen.”
Wat is jouw geheim?
Nadenkend: “Het leven aanvaarden zoals het is. Wat niet betekent dat ik bij de pakken ga neerzitten als het wat minder goed gaat. Integendeel. Maar ik ga ervan uit dat de minder goeie momenten dienen om mij het verschil te laten voelen. Perfectie bestaat volgens mij niet. Maar je moet er wel naar streven, en telkens weer kritisch zijn voor jezelf als je iets te ver van die perfectie af was in wat je deed. Ik acht mij vijf minuten per dag helemaal gelukkig, en dat is volgens mij heel veel. Maar ik ben wel compleet met mezelf in harmonie als ik op het toneel sta of in een televisiestudio. Daar mag ik mijn vak doen en dat doet bijzonder veel genoegen. Ik heb nog nooit in mijn leven gezegd “ik ga uit werken”. Ik zeg steeds: “ik mag spelen vanavond” of “ik mag zingen vandaag””
Jouw schoolmeester zei op jonge leeftijd dat je op de wereld gezet was om artiest te worden. Je moeder was het hier duidelijk niet mee eens. Waarom niet?
“Je moet haar reactie in de juiste periode plaatsen. Tijdens de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was “artiest” in Vlaanderen een vies woord. Je kon er geen brood mee verdienen (de paar uitzonderingen terzijde gelaten) en je werd ook niet gerespecteerd. Mijn moeder droomde ervan dat ik een deftig vak zou gaan doen, na deftige studies. Maar ik had het zingen in mijn bloed, ik was er met geen stokken van weg te krijgen. Ik probeerde haar tegemoet te komen door het kappersvak te leren want daar had ik een beetje affiniteit mee. Maar ondertussen greep ik elke kans beet om te kunnen zingen of acteren. Ik was toen veertien en dan ben je ook in verregaande mate roekeloos. Je bent er zeker van dat het je zal lukken. Toen ik na een auditie een contract aangeboden kreeg voor het koor en het spelen van kleine rollen in de Opera was mijn moeder wel helemaal overtuigd. Ik kreeg een vast maandloon en uitzicht op een min of meer gegarandeerde toekomst. Dat maakte het verschil voor haar.”
‘Ik ben biechtvader en psycholoog ineen’
Vertellen mannen en vrouwen meer aan jou toe omdat je kapper bent dan ze aan hun partner zouden doen?
“Daar ben ik van overtuigd. Waarom zouden zij anders zoveel intimiteiten kwijt willen in een kapsalon? Ik beweer dat de kapper het midden houdt tussen een moderne biechtvader en een psycholoog. Je moet goed kunnen luisteren, de nodige aandacht hebben voor de verhalen van je klanten en vooral heel gepast reageren. Je krijgt per slot van rekening een deel van hun intiemste roerselen te horen en daar moet je voorzichtig mee omspringen. Sommige dames en heren vertellen van alles aan hun kapper of kapster maar er zijn heel wat verhalen die zij gewoon kwijt willen. Het moet hen van het hart of van de ziel. Zij verwachten niet altijd meteen dat je er zal op reageren of dat je zou gaan interpreteren wat of hoe zij verder moeten. Daarom hebben wij bewust alle namen in het boek veranderd. Heel wat mensen zullen hun eigen verhaal herkennen als zij het lezen maar niemand zal weten dat het over hen gaat. Ik heb bovendien heel veel respect voor kappers en kapsters. Zij moeten elke dag proberen om de mens wat mooier te maken en ondertussen welwillend luisteren naar de vele verhalen van hun klanten.”
Wat zijn jouw plannen?
“Ik speel een mooie rol in een komedie die nog tot midden december toert door Vlaanderen. Ondertussen brengen wij vier avonden in December met de Samson-vrienden (Gert, Samson, Burgemeester, Van Leemhuyzen) een spetterende show in een totaal uitverkocht Sportpaleis in Antwerpen. Dat betekent 60.000 fans in 4 avonden tijd.” Trots vervolgt hij: “Dat geeft een heerlijk gevoel.”
En daarna?
“Meteen na de laatste voorstelling van de komedie beginnen wij te repeteren aan de Kerstshow van Samson & Gert. Die spelen wij voor het eindejaar in Plopsaland De Panne en in Plopsatheater Hasselt. Als die voorstellingen achter de rug zijn is het al goed januari 2018, en dus het dan hoog tijd dat ik met enkele bevriende muzikanten, componisten en auteurs ga werken aan een nieuwe full-cd waar mijn platenfirma al een tijdje op zit te wachten.”
‘Een stem hoeft niet in het vet te liggen’
Je bent behoorlijk afgevallen in de afgelopen jaren. Vorig jaar ben je in negen manden veertig kilo afgevallen. Heeft dat effect op jouw stem gehad?
“Alleen maar positief eigenlijk. Dikke tenoren hebben de onhebbelijke gewoonte om hun overgewicht te excuseren met het argument dat zij daardoor beter zingen. Dat klopt niet. Je stem moet getraind zijn en voldoende voeding krijgen door gezond te eten en op de diversiteit van vitamines, mineralen en dergelijke te letten. Een stem hoeft echter niet “in het vet” te liggen. Door te vermageren heb ik meer kracht om te ademen. Ik hoef al die overtollige kilo’s niet mee te sleuren en beweeg dus veel makkelijker. Als je de huidige generatie dames en heren wereldsterren in het operavak bekijkt dat valt het op dat het slanke en elegante mensen zijn. De tijd van de dikke tenoren en sopranen is gelukkig helemaal voorbij.”
Verhalen uit de kapsalon, auteur Koen Crucke, uitgeverij Manteau